Het lijkt erop dat Javascript uitgeschakeld is.
Deze feature is noodzakelijk voor de website ervaring.

Hulp nodig?
Scroll naar beneden
Michel de Vries
Artikel ouder dan een jaar
Blog
De man met de hamer
Een zeer bekende persoon in de hardloopwereld “De man met de hamer” Wie is die vent eigenlijk en hoe versla je hem?
Bij het lopen van een Marathon komen veel marathonlopers deze man tegen tussen de 30 en 40 kilometer. Running News gaat de strijd met deze man aan om hem voorgoed naar de eeuwige jachtvelden te sturen.

Het is klaar met “De man met de hamer” Basta!!!

Hierbij worden wij geholpen door “Adrie Vederci”. Een Hollander met Italiaanse roots.

Drinken en eten

Een hardloper heeft ongeveer een uur tot anderhalf uur aan glycogeen (Energie/brandstof) beschikbaar. Dit ligt opgeslagen in de spieren en lever.
Tijdens een marathon lopen we uiteraard langer en raken deze voorraden op waardoor wij hardlopers problemen krijgen mbt de energievoorziening als wij alleen gebruik zouden maken van glycogeen (glucose). In het vorige Running News “Vet goed” is er in het kort beschreven wat ons lichaam ook kan inzetten als energievoorziening voor het hardlopen.
De ervaring leert ons dat als wij onze vetstofwisseling verbeteren door lange rustige duurlopen we langer gebruik kunnen maken van onze glycogeenvoorraad. Deze systemen werken overigens naast elkaar om ons lichaam te voorzien van energie.
Onderzoek laat zien dat hardlopers tijdens de inspanning glucose (gelletjes, energiedrank, etc.) kan aanvullen. Zo kan je ervoor zorgen dat je glycogeen (glucose) voorraden minder snel leeg raken en jij dus langer op een hoger tempo kan blijven hardlopen.
Afhankelijk van jouw gewicht en looptempo verbruik je een bepaalde hoeveelheid energie (kcal). Hoe zwaarder je weegt en hoe sneller je loopt hoe meer energie je per uur zal verbruiken.
Ook laat onderzoek zien dat een hardloper in staat kan zijn om 90 tot 110 gram koolhydraten per uur kan verwerken. Dat is ongeveer 400 kcal. Dit zijn 3 energiegelletjes en een halve liter isotone drank per uur.
Hiermee zal je nog steeds niet je volledige glycogeen voorraad op peil kunnen houden maar “Adrie Vederci” beloofd dat je “de man met de hamer” nooit meer tegen zal komen als je dit op orde hebt.
Om aan deze hoeveelheid energie inname te komen zal je om de 15 tot 20 minuten een gelletje en elk half uur 250 ml isotone sportdrank moeten binnen krijgen. Als je dus pas na 10 kilometer start met je eerste gelletje en drinken ben je dus veel te laat.
Net zoals je hardlooptrainingen moet dit ook een onderdeel zijn van jouw trainingen. Je moet je lichaam laten wennen aan de inname van glucose en sportdrank.
Daarom is het verstandig om dit nu al in je trainingen op te nemen. Juist in je trainingen om maag en darmklachten tijdens je marathon te voorkomen. Kies er bijvoorbeeld voor om elke week bij je langste duurloop gelletjes en sportdrank mee te nemen.
Water kan ook maar hier laat onderzoek weer zien dat het gunstiger is om een isotone drank te gebruiken.
Door dit te doen leer je jouw lichaam om beter om te gaan met de inname van koolhydraten en vocht tijdens het inspannen. Eigenlijk een must voor elke marathonloper.
Doe dit overigens niet bij alle trainingen omdat je ook je vetstofwisseling wilt verbeteren.
Ga terug